Plat dak

Het constructieve (‘dragende’) deel van een plak dak van een woonhuis is bijna altijd van hout of beton; staal wordt zelden toegepast. Het dakoppervlak mag nooit precies horizontaal liggen, want dan zou water er lang op blijven staan. Water is zwaar en hierdoor gaat het dak doorbuigen. Er blijft dan nog meer water op het dak staan, waardoor de belasting toeneemt; en door bevriezend water kan de dakbedekking scheuren. De dakconstructie en dakbedekking lopen daardoor groot gevaar. Een plat dak moet dus altijd ‘afschot ’ofwel afwaterend lopen. Het afschot moet minimaal 3 graden zijn; dit komt overeen met 16mm per meter. Het gaat hierbij om het blijvende netto-af-schot, dus waarbij rekening is gehouden met onder meer de gebruikelijke doorbuiging van de dakvloer. Een opstand aan de buitenranden van het dak moet bij laagbouw, zoals een eengezinswoning, minimaal 120 mm (verticaal gemeten) boven het afgewerkte platte-dakvlak uitsteken. De opstanden elders op het platte-dak-vlak, ook bij aansluitingen aan een opgaande muur, moeten echter weer 40 mm hoger zijn, zodat bij een ernstige verstopping van de hemelwaterafvoer het water over de buitenrand kan weglopen.