Ventilatie pannendak

Pannendaken zijn vaak als koud-dak- constructie uitgevoerd. Bij een koud dak is het belangrijk dat de dampremmende laag een gesloten oppervlak vormt. De ruimte tussen de dakpannen en het isolatiemateriaal moet bovendien goed en permanent worden geventileerd.

De moderne pannen sluiten zo goed op elkaar aan, dat er soms speciale ventilatiepannen nodig zijn om voldoende ventilatie te waarborgen. Vooral bij een flauwhellend dak worden ze soms zowel aan de boven- als aan de onderzijde gezet, om voldoende luchtstroming te verkrijgen.

Beter is het echter om een ventilerende nokconstructie toe te passen. Hierbij wordt de opening tussen de nokpannen en de bovenste rij pannen niet dichtgesmeerd. Door de natuurlijke trek ontstaat er ventilatie die zorgt voor de droging van de dakconstructie. Onder de nokpannen worden bij deze constructie ondervorsten aangebracht, die voor de waterdichte aansluiting zorgen.

Als het bestaande dak aan de binnenzijde wordt geïsoleerd, moet de isolatie aan de warme kant (de kant van de woonruimte dus) van een goed afsluitende dampremniende laag zijn voorzien. Achter het isolatiemateriaal moet dan een lichte ventilatie met buitenlucht zijn, om vocht weg te ventileren dat door inwendige condensatie ontstaat.